Het mondstuk van de brandstofinjector is mogelijk vuil. U kunt het mondstuk reinigen door deze uit de behuizing te schroeven en schoon te maken met een carburateurreiniger en een kleine borstel. Blaas het mondstuk droog met perslucht en zet het mondstuk weer in elkaar.
Als dit het probleem niet oplost, moet u controleren of u problemen heeft met de luchtdruk. Verwijder eerst de bovenklep van de achterkant van het apparaat en inspecteer de 2 rubberen toevoerleidingen die zijn aangesloten op de adapter net achter het mondstuk. Vanaf de adapter gaat de ene slang naar de bovenkant van de brandstoftank en de andere naar de achterkant van het rotorhuis. Als uit inspectie blijkt dat deze slangen ergens gebarsten of gebroken zijn, moeten ze worden vervangen.
Het luchtdrukverlies houdt rechtstreeks verband met de afstand waarop de brandstof uit het mondstuk wordt verdreven, en als het niet ver genoeg naar voren of naar de zijkant is, zal de brandstof de ontstekingsvonk niet bereiken en niet ontbranden. Inspecteer de hele slang, van begin tot eind en beide uiteinden. Er kan een scheur in het midden van de slang zitten of de slang kan aan één uiteinde breken.
Hebt u meer vragen? Een aanvraag indienen
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.